Hof Den Bosch stelt prejudiciële vragen over vergoeding van immateriële schade

Bij overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van een zaak heeft de belanghebbende aanspraak op een vergoeding van immateriële schade. De Hoge Raad hanteert daarvoor als uitgangspunt een bedrag van € 500 per half jaar overschrijding. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2017 geoordeeld, dat bij een financieel belang van niet meer dan € 15 kan worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Hof Den Bosch heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de vergoeding van immateriële schade bij geringe financiële belangen. De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) heeft over de hoogte van deze vergoeding op 17 november 2023 een conclusie uitgebracht. Hij bepleit een forse verhoging van de door de Hoge Raad vastgestelde grens van € 15.

Die grens is moeilijk te verenigen met de rechtspraak van de Hoge Raad waarin een boete van niet meer dan € 1.000 bij overschrijding van de redelijke termijn niet wordt verlaagd. De AG adviseert de Hoge Raad om de vergoeding voor immateriële schade te maximeren op het financiële belang van de zaak. In de procedure voor Hof Den Bosch bedraagt het financiële belang € 116.

Hof Den Bosch acht de kans aanwezig dat de Hoge Raad in die zaak niet toekomt aan de beantwoording van alle vragen die de AG in zijn conclusie opwerpt. Om die reden legt het hof een aantal vragen aan de Hoge Raad voor.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE2024699, 22/00148 | 05-03-2024

Werkelijk behaald rendement box 3 niet inzichtelijk gemaakt: geen rechtsherstel

De Hoge Raad heeft in het Kerstarrest geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 van de inkomstenbelasting op stelselniveau in strijd is met het eigendomsrecht van het EVRM. Dat doet zich voor als de heffing over voordeel uit sparen en beleggen hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. Naar aanleiding van het Kerstarrest heeft de wetgever met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 de Wet rechtsherstel box 3 ingevoerd. Op grond van deze wet moet een nieuwe berekening van het voordeel uit sparen en beleggen worden gemaakt met betrekking tot aanslagen IB die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden. Als het voordeel volgens de nieuwe berekening lager is dan volgens de oorspronkelijke berekening, wordt belasting geheven over het lagere bedrag. Als het oorspronkelijk berekende bedrag lager is, blijft de oorspronkelijke berekening gelden.

Hof Den Haag leidt uit het Kerstarrest en een later arrest van de Hoge Raad uit 2022 af dat de op rechtsherstel gerichte compensatie in beginsel dient aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement. Dat bestaat uit de feitelijk genoten rente, dividend, huur, royalty’s en andere vormen van direct gerealiseerde vermogensopbrengst. De bewijslast van de hoogte van het werkelijk behaalde rendement rust op de belanghebbende. Naar het oordeel van het hof heeft de belanghebbende niet aan zijn bewijslast voldaan. De belanghebbende claimde een verlies op zijn aandeel in een fonds voor gemene rekening. Hij heeft echter geen inzicht verstrekt in het door het fonds werkelijk gerealiseerde resultaat. Omdat het vermogen van de belanghebbende grotendeels bestaat uit participaties in dit fonds, betekent dit dat hij onvoldoende inzicht heeft geboden in het werkelijk door hem in 2020 behaalde rendement.

Dat heeft tot gevolg dat het hof de vraag, of de door de wetgever gekozen vorm van rechtsherstel de proportionaliteitstoets van het EVRM kan doorstaan, niet kan beantwoorden.

Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLINLGHDHA2024229, BK-23/00090 | 02-01-2024

Verzoek vaststelling TEK kan worden ingediend

De regeling Tegemoetkoming energiekosten (TEK) was een subsidieregeling voor energie-intensieve mkb-ondernemingen. De TEK is ingevoerd als compensatie voor de sterk gestegen energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Ondernemers, die de subsidie hebben aangevraagd, kregen een voorschot van 35% van de subsidiabele kosten. Vanaf medio maart tot 1 juni kan een verzoek worden ingediend om de definitieve subsidie vast te stellen. De definitieve subsidie bedraagt 50% van het verschil tussen de drempelprijs en de gemiddelde prijs van 2023. Omdat de prijzen van gas en elektriciteit in de loop van 2023 zijn gedaald, zullen veel bedrijven een deel van het ontvangen voorschot moeten terugbetalen.

Bij de opening van de TEK werd rekening gehouden met ongeveer 57.000 aanvragen. Uiteindelijk zijn er circa 11.000 aanvragen ingediend. Er is een totaalbedrag van € 156 miljoen aan voorschotten uitgekeerd. Het gemiddelde voorschot bedraagt circa € 19.000. Naar schatting zal het totaal aan uitkeringen ongeveer € 60 miljoen bedragen.

Voor terugbetaling van ontvangen subsidiebedragen kan een betalingsregeling van twee tot drie jaar worden aangevraagd. Terugvorderingen tot € 500 zullen niet worden geïnd.

Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | publicatie | 10-03-2024