Openstelling Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie

In 2023 is de Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie (SABE) voor het eerst opengesteld. Doel van de SABE is het ondersteunen van landbouwondernemers, die hun kennis over verduurzaming van de bedrijfsvoering willen vergroten.

In 2024 zijn er twee openstellingen. De eerste openstellingsperiode gaat in op 5 juni 2024 en betreft advies- en bedrijfsplanvouchers voor landbouwondernemers. Met deze vouchers kunnen ondernemers onafhankelijk advies inwinnen, gericht op duurzaamheidsopgaven, kringlooplandbouw en klimaatneutrale landbouw. Met een adviesvoucher kan een landbouwer een bedrijfsspecifiek advies verkrijgen op één bepaald aandachtsgebied. Met een bedrijfsplanvoucher kan een bedrijfsplan worden verkregen, dat is gericht op omschakeling naar duurzame landbouw.

De tweede openstellingsperiode gaat in op 3 oktober 2024 en betreft praktijkleernetwerken en demonstratieprojecten. Dit zijn vormen waarin boeren samen kennis delen en verspreiden. In september 2023 zijn cursus- en opleidingsvouchers opengesteld. Deze zijn gericht op het verhogen van het kennisniveau van boeren en bedrijfsadviseurs op het gebied van stikstof, natuurinclusief ondernemen of precisielandbouw. De looptijd van deze openstelling is verlengd tot en met 31 december 2024.

Met deze regeling worden tevens enkele wijzigingen aangebracht in de subsidiemodule REES 2021 als onderdeel van de Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 om de uitvoering van de regeling te verbeteren.

Bron: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | besluit | nr. WJZ/ 52859733, Staatscourant 2024, Nr. 14571 | 13-05-2024

Kamerbrief aanpassingen in bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling

Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het initiatiefwetsvoorstel over de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) is discussie ontstaan over een amendement, dat afgelopen najaar is aangebracht in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024. De discussie betreft twee maatregelen, die de toegang tot de BOR en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab) verbreden. Er is inmiddels een amendement ingediend op het initiatiefwetsvoorstel om het eerder genoemde amendement terug te draaien. Ook is een motie ingediend om de ongewenste gevolgen daarvan terug te draaien. Deze motie is door de Kamer verworpen. De staatssecretaris van Financiën heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over juridische aspecten en de uitvoeringstoets van het vorig jaar aangenomen amendement.

Het betreft de volgende maatregelen.

1. Een verruiming van de verwateringsregeling in de BOR en de DSR ab. De verwateringsregeling houdt in dat de BOR en DSR ab kunnen worden benut voor een indirect belang dat minder dan 5% maar ten minste 0,5% bedraagt en uitsluitend is verwaterd door vererving, overgang krachtens huwelijksvermogensrecht of schenking. Door het amendement vervalt de voorwaarde van ‘ten minste 0,5%’ voor situaties waarin de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is van een rechtsvoorganger krachtens erfrecht, huwelijksvermogensrecht of schenking die een indirect ab hield in dat andere lichaam.

2. Verbreding van de toegang tot de BOR voor kleine aandelenbelangen als een familiegroep een belang heeft van ten minste 25%. De omvang van het eigen aandelenpakket van een familielid is niet van belang.

Voor beide maatregelen heeft een toetsing op ongeoorloofde staatssteun plaatsgevonden. Het feit, dat het amendement zo duidelijk is toegeschreven naar een verruiming specifiek voor familiebedrijven zonder rechtvaardigingsgrond, maakt het staatssteunrechtelijk kwetsbaar. De regelingen, die door het amendement voor familiebedrijven worden verruimd, kennen een algemene toepassing.

De verruiming van de toegang tot de BOR voor belangen in familiebedrijven staat op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel. Mogelijk bestaat voor de verruiming van de verwateringsregeling een voldoende redelijke grond voor het verschil in behandeling. De onderbouwing voor de verbreding van toegang tot de BOR voor kleine belangen bij een familiebelang van 25% of meer lijkt ontoereikend te zijn voor het verschil in behandeling.

Eerder heeft de staatssecretaris al laten weten dat beide maatregelen de handhaafbaarheid en fraudebestendigheid van de BOR en de DSR ab ingrijpend verslechteren.

Het is aan de Kamer als medewetgever om een door de Kamer aangenomen amendement terug te draaien. Het kabinet zal in het Belastingplan 2025 niet met zo’n voorstel komen, tenzij een Kamermeerderheid daar om vraagt. De staatssecretaris wijst erop dat de uitkomsten van de toetsing aan staatssteun, het gelijkheidsbeginsel en de uitvoeringsgevolgen de Kamer eigenlijk geen andere keuze laten dan de twee maatregelen ongedaan te maken.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2024-0000320019 | 15-05-2024

Fiscale maatregelen in hoofdlijnenakkoord

De formerende partijen hebben een akkoord op hoofdlijnen gesloten, dat als basis dient voor de kabinetsformatie. Dit hoofdlijnenakkoord bevat een aantal fiscale maatregelen en een aantal nog uit te werken voornemens voor fiscale maatregelen. Enkele recente lastenverzwaringen voor ondernemers worden deels teruggedraaid, zoals de afschaffing van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting en de verhoging van de energiebelasting. Ook voor particulieren zijn er lastenverlichtingen op arbeid en vermogen. Voor de goede orde zij vermeld dat het gaat om voornemens; er zijn nog geen wetsvoorstellen, laat staan dat deze zijn aangenomen door de Tweede en de Eerste Kamer. Het betreft de volgende maatregelen:

  • De afschaffing van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting wordt ongedaan gemaakt.
  • De drempel in de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting (earningsstrippingmaatregel) gaat van 20% naar 25% van de gecorrigeerde winst.
  • De mkb-winstvrijstelling gaat van 13,31% in 2024 naar 12,7% in 2025.
  • De AWF-premie wordt per 2026 met 0,1% verhoogd.
  • De accijnsverlaging voor brandstoffen wordt verlengd tot en met 2025.
  • Er komt een circulaire plastic heffing in 2028.
  • De salderingsregeling voor kleinverbruikers vervalt met ingang van 2027 in één keer.
  • De vliegbelasting wordt gedifferentieerd naar afstand.
  • Het box 2-tarief gaat van 33% in 2024 naar 31% in 2025.
  • Het box 3-tarief gaat omlaag, maar het percentage is nog niet bekend.
  • De giftenaftrek in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting wordt beperkt.
  • Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (waar de expatregeling onder valt) worden versoberd (niet gebudgetteerd).
  • De hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait blijven onveranderd.
  • De subsidie voor de aanschaf van een elektrische auto stopt per 2025. De gewichtscorrectie voor een elektrische auto in de mrb blijft bestaan.
  • De verhoging van het wettelijke minimumloon per 1 juli 2024 wordt teruggedraaid.
  • De huurtoeslag wordt vanaf 2025 structureel verhoogd.
  • Ook het kindgebonden budget gaat structureel omhoog.
  • De kansspelbelasting gaat omhoog van 30,5% naar 37,8%.
  • Het lagere accijnstarief op diesel voor de landbouw wordt heringevoerd.
  • Het verlaagde btw-tarief voor culturele goederen en diensten vervalt in 2026, behalve voor bioscopen en dagrecreatie.
  • Het verlaagde btw-tarief voor logies vervalt eveneens in 2026, behalve voor kampeerterreinen.
Bron: Overig | publicatie | 15-05-2024