Verkenning leefvormen AOW

Bij de uitvoering van de AOW doen zich soms problemen voor doordat de bestaande leefvormdefinities niet aansluiten bij de beleving van mensen. De minister van SZW heeft een verkenning uit laten voeren naar mogelijkheden om het stelsel van leefvormen te vereenvoudigen en te moderniseren. De minister heeft het eindrapport van deze verkenning naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport beschrijft drie mogelijke varianten om het stelsel van leefvormen in de AOW begrijpelijker en beter uitvoerbaar te maken. Ook zijn er verbeteropties beschreven voor het huidige stelsel. Het rapport is zonder nadere standpuntbepaling van het kabinet aan de Kamer voorgelegd. De in het rapport genoemde varianten zijn:

  • Individualisering van de AOW.
  • Adres als uitgangspunt.
  • Toeslagpartnerbegrip als uitgangspunt.

Individualisering van de AOW

In deze variant heeft iedere AOW-gerechtigde, ongeacht de leefvorm, recht op eenzelfde bedrag aan uitkering. Door de AOW te individualiseren wordt het stelsel veel eenvoudiger uit te voeren.

Adres als uitgangspunt

In deze variant wordt de hoogte van de uitkering bepaald aan de hand van het aantal mensen dat op één adres woont. Wie alleen woont heeft recht op de alleenstaandenuitkering. Wonen meerdere mensen op één adres dan ontvangen AOW-gerechtigden de lagere uitkering voor samenwonenden. De onderlinge relatie van personen die op hetzelfde adres wonen is in deze variant niet van belang.

Toeslagpartnerbegrip

Door aan te sluiten bij het toeslagpartnerbegrip wordt rekening gehouden met het kostenvoordeel van het delen van een huishouden en met de onderlinge verbondenheid tussen mensen. Bij het hanteren van het toeslagpartnerbegrip wordt gebruik gemaakt van objectief vast te stellen criteria.

Opties binnen het huidige stelsel

Deze opties leiden niet tot een fundamentele vereenvoudiging, omdat er nog steeds wordt getoetst aan materiële criteria die op basis van de individuele situatie moeten worden beoordeeld.

Toepassing van 50%-norm bij meerpersoonshuishoudens

In deze variant wordt bij drie of meer meerderjarige ongehuwde personen die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, een AOW-uitkering volgens de gehuwdennorm van 50% uitgekeerd. Het is niet relevant of men voor elkaar zorgt.

Duurzaam gescheiden leven in verzorgingsinstelling

Het beleid, dat gehuwden bij opname van één van beide partners in een zorginstelling in aanmerking kunnen komen om een alleenstaandenuitkering te ontvangen, is complex. De keuzevrijheid zou kunnen worden afgeschaft om de regeling eenvoudiger te maken. Een andere mogelijkheid kan zijn dat AOW-gerechtigden terug kunnen komen op een eerder gemaakte keuze.

Tweewoningenregel voor gehuwden

In deze variant wordt aan gehuwden, die ieder een eigen woning hebben waar geen andere mensen staan ingeschreven of feitelijk inwonen en die de kosten van die woning zelf dragen, een AOW voor alleenstaanden uitgekeerd.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2021-0000052218 | 30-03-2021

Arbeidsovereenkomst geëindigd voor verstrijken opzegverbod

In het Xella-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een werkgever mee moet werken aan de beëindiging van een slapend dienstverband en daarbij een transitievergoeding moet betalen aan de werknemer. Een slapend dienstverband is in dat arrest gedefinieerd als een dienstverband dat de werkgever na twee jaar arbeidsongeschiktheid van een werknemer niet heeft opgezegd, hoewel hij daartoe wel bevoegd is, en waarbij hij de werknemer geen loon meer betaalt.

De kantonrechter heeft onlangs de vordering tot betaling van een transitievergoeding door een arbeidsongeschikte werknemer afgewezen. Het betrof een bijzondere situatie, waarin op grond van de cao de arbeidsovereenkomst pas mocht worden opgezegd na drie jaar arbeidsongeschiktheid. De werkgever was verplicht gedurende het derde jaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering aan te vullen tot 100% van het loon. Kort voordat het opzegverbod zou verstrijken was de arbeidsovereenkomst geëindigd door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Volgens de kantonrechter was niet voldaan aan de omschrijving van een slapend dienstverband. Er is geen tijdstip geweest waarop de werkgever had moeten meewerken aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een transitievergoeding. De kantonrechter merkt op dat tijdsgrenzen een absoluut karakter hebben. Het gaat er alleen om of je binnen of buiten de grenzen valt. Hoe dicht je bij de grens was, doet er niet toe.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBOVE20211217, 8577690 \ CV EXPL 20-1736 | 08-03-2021

Verlenging goedkeuring eigenwoninglening

De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit met goedkeuringen voor het inlopen van aflossingsachterstanden van eigenwoningschulden geactualiseerd. De goedkeuringen zijn van toepassing op betaalpauzes voor rente en aflossing van eigenwoningschulden die zijn overeengekomen uiterlijk op 30 juni 2021. Door de goedkeuringen blijft een schuld, waarvoor de fiscale aflossingseis geldt, onderdeel van de eigenwoningschuld als de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand op een andere wijze wordt ingehaald dan de wijze waarin wettelijk is voorzien. Zo is toegestaan dat de lening wordt gesplitst in een deel dat bestaat uit de resterende hoofdsom zonder rekening te houden met de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand en een deel ter grootte van de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand. De met de geldverstrekker overeengekomen betaalpauzes moeten verband houden met de uitbraak van het coronavirus.

De rente over de eigenwoningschuld is aftrekbaar op het moment waarop deze is betaald, verrekend, ter beschikking gesteld of rentedragend geworden. Tijdens de betaalpauze wordt geen rente betaald. De rente komt in aftrek over het jaar waarin:

  • de belastingplichtige de rente alsnog betaalt, óf
  • deze rente is verrekend, ter beschikking is gesteld of rentedragend is geworden.

Van rentedragend worden is geen sprake als met de geldverstrekker wordt afgesproken dat geen gebruik wordt gemaakt van de contractuele mogelijkheid om rente te berekenen vanwege het niet tijdig betalen van de verschuldigde rente op de reguliere vervaldata en geen rentevergoeding in rekening wordt gebracht voor het tijdens de betaalpauze niet betalen van de reguliere rente. De rente kan dan pas in aftrek worden gebracht in het jaar van de feitelijke betaling.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2021 nr. 16238 | 29-04-2021