Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg

In december 2024 verzendt de Belastingdienst al aanslagen over 2025. Deze hebben een dagtekening in januari 2025. Dat kan de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025 zijn, maar mogelijk ook een andere aanslag. De Belastingdienst wijst erop deze aanslagen pas ná de dagtekening in 2025 te betalen. Dit voorkomt dat de Belastingdienst de bedragen terugstort. Bij betaling van de aanslag vóór de dagtekening, is het mogelijk dat de systemen van de Belastingdienst de betalingen nog niet kunnen verwerken. Als gevolg daarvan stort de Belastingdienst de bedragen terug.

De voorlopige aanslagen worden vanaf dit moment via het ‘Service Bericht Aanslag’ aan de adviseur gecommuniceerd en vanaf eind december ook via de Berichtenbox in ‘Mijn Belastingdienst’. De papieren te betalen voorlopige aanslag zal in januari worden bezorgd.

De uiterste betaaldatum is afhankelijk van de betaalwijze. In de betaalinformatie staat de juiste uiterste datum waarop het totale aanslagbedrag op de rekening van de Belastingdienst moet staan. Bij betaling in termijnen, gelden de daarvoor in de betaalinformatie vermelde uiterste betaaldatums.
 

Bron: Belastingdienst | publicatie | 05-12-2024

Per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving

De minister van SZW heeft een mededeling gepubliceerd met per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving. Een tweede verzamelmededeling is aangekondigd en volgt binnenkort. Niet alle bedragen kunnen door middel van een mededeling worden geïndexeerd. Daarom volgt binnenkort een ministeriële regeling, waarin enkele bedragen en percentages worden vastgesteld.

Belangrijke bedragen in deze mededeling zijn:

  • De bruto nabestaandenuitkering van de Algemene nabestaandenwet bedraagt € 1.573,58 per maand. De wezenuitkering voor een kind tot 10 jaar bedraagt € 503,55 per maand. Voor een kind, ouder dan 10 maar jonger dan 16 jaar, bedraagt de wezenuitkering € 755,32 per maand. Voor een kind van 16 jaar of ouder maar jonger dan 21 jaar, bedraagt de wezenuitkering € 1.007,09 per maand.
  • Het bruto ouderdomspensioen van de Algemene Ouderdomswet bedraagt € 1.580,92 voor een alleenstaande en € 1.081,50 voor een gehuwde of samenwonende.

Uitgangspunt voor bovengenoemde bedragen is het wettelijk minimumloon, dat met ingang van 1 januari 2025 uitkomt op € 2.191,80 bruto per maand.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | nr. 2024-0000917125, Staatscourant 2024, Nr. 39288 | 02-12-2024

Naheffingen mrb door onjuist gebruik handelaarskenteken

Auto’s, die tot de bedrijfsvoorraad van een autohandelaar behoren, mogen alleen de openbare weg op wanneer zij zijn voorzien van een zogenaamd handelaarskenteken, herkenbaar aan de groene kentekenplaten. Wordt met een auto uit de bedrijfsvoorraad gereden zonder handelaarskenteken, dan kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opleggen. Een dergelijke naheffingsaanslag wordt berekend over een periode van twaalf maanden gerekend tot de dag van de constatering van het niet gebruiken van het handelaarskenteken. Dat geldt bij iedere constatering. Bij een naheffingsaanslag kan een verzuimboete worden opgelegd. De verzuimboete bedraagt 100% van de nageheven belasting. Voor het opleggen van een verzuimboete is de aanwezigheid van opzet of grove schuld niet vereist. Er wordt geen verzuimboete opgelegd bij afwezigheid van alle schuld. De belanghebbende zal op de afwezigheid van alle schuld een beroep moeten doen.

De Belastingdienst legde aan een autohandelaar vijf naheffingsaanslagen met boetes op, die betrekking hadden op dezelfde auto. De autohandelaar bestreed de opgelegde naheffingsaanslagen en boetes. Per abuis was de auto niet op naam van de klant gesteld bij de aflevering. De Belastingdienst heeft in bezwaar vier van de vijf boetes kwijtgescholden en de aanslagen in stand gelaten. De Rechtbank Noord Holland zag geen reden om de naheffingsaanslagen te verminderen. Het betrof immers vijf afzonderlijke belastbare feiten, waarbij telkens zonder handelaarskenteken gebruik is gemaakt van de openbare weg met een tot de bedrijfsvoorraad behorende auto. Uit een arrest van de Hoge Raad uit 2006 volgt dat een naheffingsaanslag kan worden opgelegd voor iedere kalenderdag, waarop is geconstateerd dat niet aan de voorwaarden voor de handelaarskentekenregeling is voldaan. 

De rechtbank zag ook geen aanleiding om de resterende verzuimboete, die volgens de Belastingdienst gehalveerd diende te worden, verder te verminderen.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO202410803, HAA 22/5449 | 17-10-2024