Uitsluiting aftrek omzetbelasting over huisvestingskosten personeel

De omzetbelasting, die aan een ondernemer in rekening wordt gebracht voor aan hem verrichte leveringen van goederen en verleende diensten, komt in aftrek op de door de ondernemer verschuldigde omzetbelasting. In het Besluit Uitsluiting Aftrek zijn situaties beschreven waarin de aftrek van voorbelasting geheel of gedeeltelijk is uitgesloten. Van aftrek is uitgesloten de omzetbelasting die betrekking heeft op het verlenen van huisvesting aan personeel.

De uitsluiting van aftrek is niet van toepassing als de ondernemer door bijzondere omstandigheden wordt gedwongen tot het afnemen van de betreffende goederen of diensten. Die uitzondering doet zich voor als de uitgaven voor die goederen of diensten primair worden gedaan in het belang van de onderneming en het persoonlijke voordeel van de werknemer voor de ondernemer van ondergeschikt belang is.

Een uitzendbureau biedt aan haar buitenlandse arbeidskrachten huisvesting aan in de buurt van de werklocatie. De kosten hiervan worden gedragen door het uitzendbureau. Werknemers die het door het uitzendbureau aangeboden onderkomen weigeren, krijgen geen vergoeding voor de huur van een ander onderkomen. Het uitzendbureau wilde de omzetbelasting die drukte op de kortstondige huur als voorbelasting in aftrek brengen.

Volgens Hof Den Bosch heeft het uitzendbureau niet aannemelijk gemaakt dat het huren van de onderkomens primair is gedaan vanwege het bedrijfsbelang. Het hof moest in deze zaak beslissen na verwijzing door de Hoge Raad. In het verwijzingsarrest heeft de Hoge Raad uiteengezet dat relevant is of de uitzendkrachten de aangeboden onderkomens aanvaarden, zonder dat daarbij ruimte wordt gelaten voor een eigen keuze voor een bepaald onderkomen of met betrekking tot het medegebruik ervan door één of meer anderen. Reeds voor verwijzing stond vast dat de uitzendkrachten het aangeboden onderkomen konden weigeren, maar dat zij geen vergoeding kregen voor de huisvesting die zij zelf regelden. Hierin ligt besloten dat de uitzendkrachten een eigen keuze voor een bepaald onderkomen konden maken. De uitzondering op de uitsluiting van aftrek deed zich niet voor.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE2022186, 20/00671 | 25-01-2022

Besluit over btw-heffing en toepassing KOR bij zonnepanelen

De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuwe versie van het besluit over de btw-heffing en de toepassing van de KOR bij zonnepanelen gepubliceerd. De vorige versie van dit besluit dateert van december 2020. Het besluit bevat een goedkeuring voor particuliere zonnepaneelhouders die de kleine-ondernemersregeling (KOR) willen toepassen. De goedkeuring houdt in dat de KOR met ingang van 1 januari volgend op het jaar van aanschaf kan worden toegepast, ook als de aanmelding voor de regeling plaatsvindt in de laatste vier weken van het kalenderjaar van aanschaf.

Particuliere zonnepaneelhouders melden zich bij de Belastingdienst aan als ondernemer met behulp van het formulier Opgaaf Zonnepaneelhouders. Op dat formulier kan worden aangegeven of de zonnepaneelhouder de KOR wil toepassen. Het formulier moet uiterlijk op 31 december van het jaar van aanschaf bij de Belastingdienst zijn ingediend.

In juli 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de reikwijdte van de aftrek van omzetbelasting voor exploitanten van zonnepanelen. De gevolgen van dit arrest zijn verwerkt in het besluit. Op grond van het arrest bestaat geen recht op aftrek van de omzetbelasting die drukt op uitgaven, die niet gerelateerd zijn aan de levering van stroom aan het energiebedrijf.

Het besluit is op 30 november 2021 in werking getreden.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | nr. 2021-19540, Staatscourant 2021, Nr. 47567 | 28-11-2021

Geen aftrek voorbelasting op bouw woning voor exploitant zonnepanelen

Een ondernemer mag de omzetbelasting, die hem door andere ondernemers in rekening is gebracht voor de levering van goederen of het verrichten van diensten, in aftrek brengen voor zover hij de goederen en diensten gebruikt voor met omzetbelasting belaste handelingen. De ondernemer moet aannemelijk kunnen maken dat aan alle voorwaarden voor het uitoefenen van het recht op aftrek van voorbelasting is voldaan. Een van deze voorwaarden is dat de in rekening gebrachte kosten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met het jegens een ander verrichten van een prestatie onder bezwarende titel die niet is vrijgesteld van omzetbelasting. 

Het recht op aftrek van de omzetbelasting over in een eerder stadium verworven goederen of diensten veronderstelt dat de voor de verwerving ervan gedane uitgaven zijn opgenomen in de prijs van de belaste handelingen in een later stadium. Een rechtstreeks en onmiddellijk verband is er ook als de kosten voor de betrokken goederen en diensten deel uitmaken van de algemene kosten van de ondernemer. Het vereiste rechtstreekse en onmiddellijke verband ontbreekt als de ondernemer de uitgave ook zou hebben gedaan wanneer hij geen belastbare economische activiteit had uitgeoefend.

Hof Den Bosch achtte in een procedure aannemelijk dat de belanghebbende de kosten voor de bouw van een woning ook zou hebben gemaakt wanneer zij geen zonnepanelen zou hebben aangeschaft. De belanghebbende was uitsluitend ondernemer vanwege de exploitatie van zonnepanelen. De uitgaven voor de bouw van de woning zijn volgens het hof niet gemaakt ten behoeve van het met zonnepanelen opwekken en tegen vergoeding leveren van energie. De belanghebbende had geen recht op aftrek van de omzetbelasting die drukte op de bouw van de woning.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20213367, 20/00673 | 04-11-2021