Geen ondernemerschap voor omzetbelasting

Ondernemer voor de omzetbelasting is eenieder, die zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent of een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Een economische activiteit kenmerkt zich door een duurzaam streven naar opbrengst met de inzet van middelen die zijn te vergelijken met die welke een fabrikant, handelaar of dienstverrichter aanwendt.

Een bouwkundig adviseur heeft zijn beroep jarenlang als zelfstandige uitgeoefend. In 2013 heeft hij een vennootschap opgericht, van waaruit hij zijn werkzaamheden heeft verricht. Vanaf het tweede kwartaal van 2012 heeft de adviseur als zelfstandige geen omzet meer gerealiseerd. In zijn aangiften omzetbelasting over de jaren 2013, 2014 en 2015 heeft hij alleen aftrek van voorbelasting opgevoerd. De Belastingdienst heeft na een boekenonderzoek de aanvankelijk verleende teruggaven gecorrigeerd door het opleggen van een naheffingsaanslag.

Hof Amsterdam heeft vastgesteld dat voor de werkzaamheden als bouwkundig adviseur geen sprake is van ondernemerschap vanwege het ontbreken van de vereiste zelfstandigheid. De aankoop in privé in het verleden van een boot, die in een reeks van jaren is opgeknapt en daarna verkocht, leidde evenmin tot ondernemerschap voor de omzetbelasting. De incidentele aan- en verkoop van een goed is op zichzelf bezien geen activiteit die leidt tot ondernemerschap. Het tijdsverloop tussen aan- en verkoop en het ontbreken van opbrengsten in de tussentijd wijzen niet op het bestaan van een economische activiteit, maar op het beheer van privévermogen of een hobbyproject. De omstandigheid dat de belanghebbende kosten heeft gemaakt en daarvoor facturen heeft ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel. Het hof vond niet aannemelijk dat het om kosten ging, die alleen een ondernemer zou maken.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20231256, 21/00523 | 13-03-2023

Intracommunautaire verwerving auto door particulier

Een particulier, die in een andere lidstaat van de EU een nieuwe auto koopt, verricht in zijn woonland voor de omzetbelasting een intracommunautaire verwerving. Een auto is nieuw als deze binnen zes maanden na de eerste ingebruikname aan hem wordt geleverd of als de auto maximaal 6.000 kilometer heeft afgelegd. Er is sprake van een levering voor de omzetbelasting als de feitelijke beschikkingsmacht van de auto is overgegaan.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant diende te beoordelen of terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting is opgelegd aan een particulier wegens een intracommunautaire verwerving. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de feitelijke beschikkingsmacht over de auto direct verkregen. De auto is weliswaar geleverd aan een Duitse ondernemer, maar direct verhuurd aan de belanghebbende. Deze had ook een recht van koop. De contracten zijn zo opgesteld dat de belanghebbende na zes maanden de auto kocht en dat het volledige risico bij hem lag. De belanghebbende heeft het aankoopbedrag aan de Duitse ondernemer geleend. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de macht verkregen om als eigenaar over de auto te beschikken.

De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of een verwerving van een nieuwe auto heeft plaatsgevonden in Nederland. Gelet op de woonplaats en de nationaliteit van de belanghebbende en het gebruik en het onderhoud van de auto in Nederland, is het volgens de rechtbank van meet af aan de bedoeling geweest om het duurzame eindgebruik plaats te laten vinden in Nederland. Dat brengt mee dat de auto intracommunautair is verworven door de belanghebbende in Nederland. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht aan de belanghebbende opgelegd.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20232764, BRE 19/2426 | 23-04-2023

Sloopauto’s verkocht onder margeregeling

Ondernemers, die gebruikte goederen verkopen, kunnen de margeregeling voor de omzetbelasting toepassen. Voorwaarde is dat de goederen worden ingekocht van een niet-belastingplichtige voor de omzetbelasting of onder toepassing van de margeregeling door de leverancier. De omzetbelasting wordt bij toepassing van de margeregeling berekend over het verschil tussen de verkoop- en de aankoopprijs. Gebruikte goederen zijn roerende zaken, die opnieuw kunnen worden gebruikt, eventueel na herstelling.

Volgens het Hof van Justitie EU zijn sloopauto’s, die worden verkocht voor onderdelen terwijl de onderdelen nog niet zijn gedemonteerd, gebruikte goederen. Dat betekent dat de margeregeling daarop kan worden toegepast. Voorwaarde is dat de wrakken onderdelen bevatten die kunnen worden hergebruikt. Deze onderdelen moeten hun originele functionaliteit hebben behouden. Volgens het Hof van Justitie EU is verder vereist dat de voertuigen niet zijn verkocht om te worden vernietigd of om tot een ander voorwerp te worden omgevormd. In dat geval zou een eind zijn gekomen aan de economische cyclus van de voertuigen.

In een eerder arrest heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat voor toepassing van de margeregeling niet nodig is dat het gekochte en het verkochte goed identiek zijn. Dat arrest betrof de verkoop van onderdelen uit een sloopauto.

De Belgische Belastingdienst had toepassing van de margeregeling geweigerd, omdat de autowrakken niet te herstellen waren en daarom niet als gebruikte goederen konden worden aangemerkt.

Bron: Hof van Justitie EU | jurisprudentie | ECLIEUC2023415, C 365/22 | 16-05-2023