Rekenmodel rechtsherstel box 3

De Belastingdienst heeft een rekenmodel op de website geplaatst waarmee de omvang van het rechtsherstel voor de jaren 2017 tot en met 2021 te berekenen is. De nieuwe methode van berekenen gaat uit van de werkelijke bedragen van de bezittingen en niet langer van een fictieve verdeling van het vermogen in spaargeld en beleggingen. Voor een juiste berekening dient gebruik gemaakt te worden van de in de aangiften over deze jaren opgenomen bedragen van bezittingen in box 3. De aangiften zijn te raadplegen via MijnBelastingdienst.nl. Het rekenmodel is te vinden op https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/box-3/content/hulpmiddel-box-3-inkomen

Afhankelijk van de aard van de bezittingen wordt met verschillende rendementen gerekend.

Percentages box 3-inkomen

Soort vermogen 2017 2018 2019 2020 2021
 Spaargeld  0,25%  0,12%  0,08%  0,04%  0,01%
 Beleggingen  5,39%  5,38%  5,59%  5,28%  5,69%
 Schulden  3,43%  3,20%  3,00%  2,74%  2,46%
Bron: Belastingdienst | publicatie | 17-07-2022

Leegwaarderatio voor verhuurde woningen wordt niet afgeschaft maar aangepast

Zowel in box 3 van de inkomstenbelasting als in de erf- en schenkbelasting wordt de waarde van verhuurde woningen met huurbescherming bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. De hoogte van de leegwaarderatio hangt af van de jaarlijkse huur in verhouding tot de WOZ-waarde van de woning. De WOZ-waarde gaat uit van de waarde in vrij opleverbare staat, zonder rekening te houden met de gevolgen van de verhuurde staat voor de waarde. De leegwaarderatio compenseert dat.

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de leegwaarderatio wordt afgeschaft. Verhuurde en onverhuurde woningen worden dan voor box 3 gelijk gewaardeerd, terwijl geen sprake is van gelijke gevallen. Dat is in strijd met het discriminatieverbod van het EVRM. Naar aanleiding van een onderzoek is het kabinet van plan om de leegwaarderatio te handhaven en de percentages daarvan aan te passen. Daarmee wordt bereikt dat de belastingheffing over het rendement op verhuurd vastgoed in box 3 beter aansluit bij de praktijk, zonder dat inbreuk wordt gemaakt op het waarderingsprincipe van vermogensbestanddelen in box 3 of dat strijdigheid met het EVRM zou ontstaan.

Hieronder is de tabel van de leegwaarderatio opgenomen met de huidige percentages en de nieuwe percentages zoals deze door SEO zijn voorgesteld voor actualisatie.

Verhouding jaarlijkse huurprijs tot WOZ-waarde

 meer dan

 minder dan

 huidige leegwaarderatio

 voorstel

 0%

 1%

 45%

 73%

 1% 

 2%

 51%

 79%

 2%

 3%

 56%

 84%

 3%

 4%

 62%

 90%

 4%

 5%

 67%

 95%

 5%

 6%

 73%

 100%

 6%

 7%

 78%

 100%

 7%

 –

 85%

 100%

Actualisatie van de tabel van de leegwaarderatio zal in de toekomst plaatsvinden als dat noodzakelijk is, bijvoorbeeld eens per vijf jaar.

Tijdelijke contracten worden uitgesloten van toepassing van de leegwaarderatio. Bij verhuur aan gelieerde partijen wordt uitgegaan van het hoogste percentage in de tabel van de leegwaarderatio.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000186098 | 07-07-2022

Scenario’s herstel niet-bezwaarmakers box 3

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer mogelijke scenario’s geschetst voor rechtsherstel inzake box 3 voor belastingplichtigen van wie de definitieve aanslagen al vaststonden op 24 december 2021.

De Hoge Raad heeft op 20 mei 2022 een arrest gewezen, waaruit volgt dat er geen juridische verplichting bestaat om deze groep belastingplichtigen rechtsherstel te bieden. Ambtshalve vermindering van een onjuiste aanslag gebeurt niet wanneer de onjuistheid volgt uit een arrest dat is gewezen als de aanslag al onherroepelijk vaststaat.

De staatssecretaris noemt de volgende mogelijke scenario’s in zijn brief:

  1. geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers;
  2. volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers; of
  3. gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers.

Scenario 1: Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers

De staatssecretaris wijst erop dat dit scenario als onrechtvaardig kan worden beschouwd. Ook voor deze belastingplichtigen geldt dat zij belasting hebben betaald op grond van een box 3-stelsel dat in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mensen. Dit kan leiden tot verminderd vertrouwen in de overheid en tot veel reacties bij de Belastingdienst, waaronder een toename van bezwaren in de toekomst ter behoud van rechten.

Scenario 2: Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers

In dit scenario wordt de groep niet-bezwaarmakers op dezelfde wijze gecompenseerd als de groep bezwaarmakers. Dit kost de staat € 4,1 mld. In dit scenario wordt geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine spaarders. De Tweede Kamer heeft in een motie de regering opgeroepen om kleine spaarders als eerste in aanmerking te laten komen voor compensatie. Volledig rechtsherstel kan grotendeels geautomatiseerd worden uitgevoerd.

Scenario 3: Gedeeltelijk rechtsherstel

Binnen het scenario van gedeeltelijk rechtsherstel zijn meerdere alternatieven denkbaar, zoals:

  1. rechtsherstel volgens de forfaitaire spaarvariant met maximering herstelbedrag;
  2. rechtsherstel volgens de forfaitaire spaarvariant tot een maximum aan vermogen;
  3. uitkering van een vast of variabel bedrag;
  4. verhoging van het heffingvrije vermogen.

De staatssecretaris benadrukt dat beperking van de groep die in aanmerking komt voor rechtsherstel juridische risico’s kent. Er zijn argumenten voor een beperking van de compensatie tot spaarders en tot mensen met minder hoge vermogens, maar het is onzeker of dit niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Alle vormen van gedeeltelijk rechtsherstel dragen het risico van klachten en procedures.

De budgettaire effecten, uitvoerings- en andere gevolgen van de verschillende opties worden nader uitgewerkt. Het kabinet verwacht in augustus een keuze te maken en de uitkomsten met Prinsjesdag te presenteren. Definitieve besluitvorming vindt daarna plaats. Belastingplichtigen hoeven op dit moment geen actie te ondernemen om in aanmerking te komen voor eventueel rechtsherstel.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000186479 | 07-07-2022