Werknemer ontslagen wegens ernstig verwijtbaar handelen

De rechtbank Noord-Holland heeft de arbeidsovereenkomst van een concerncontroller van een woningcorporatie ontbonden. De grond voor ontbinding is zodanig verwijtbaar handelen van de controller dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van de werkgever kon worden verlangd. De controller heeft opzettelijk opgenomen vakantie-uren niet geregistreerd en deze vervolgens laten uitbetalen. De werknemer voerde aan dat hij recht op uitbetaling had, omdat hij veel overuren had gemaakt. De niet geregistreerde uren zouden slechts een bescheiden compensatie voor de gemaakte overuren vormen. De werkgever betwistte dat de controller structureel overuren heeft gemaakt. Overzichten van wanneer de controller overuren heeft gemaakt en wat hij in die uren heeft gedaan waren er niet. Voor de rechtbank stond niet vast dat de controller structureel overuren heeft gemaakt. De werkgever heeft geen toestemming verleend voor uitbreiding van het aantal uren of voor enige compensatie van gemaakte overuren. De toepasselijke cao bepaalt dat werknemers op het functieniveau van de controller geen recht hebben op een vergoeding voor overwerk.

Omdat de controller zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen, heeft hij geen recht op een transitievergoeding.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20234026, 10246367 AO22-140 | 18-04-2023

Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen aangenomen. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heeft de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen pensioenfondsen een jaar extra de tijd gegeven voor de overstap naar het nieuwe stelsel. Die overstap moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn afgerond. De wet treedt op 1 juli 2023 in werking.

De wet wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enkele andere wetten in verband met de overgang naar een nieuw pensioenstelsel.

Het huidige pensioenstelsel gaat uit van een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie. Het nieuwe stelsel kent een leeftijdsonafhankelijke pensioenpremie. Ongeacht de leeftijd geldt voor iedere werknemer een gelijk premiepercentage. De premie mag maximaal 30% van de pensioengrondslag bedragen. Werknemers moeten bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel ‘adequaat’ gecompenseerd worden. Als de pensioenregeling bij een pensioenfonds is ondergebracht kan het fondsvermogen worden gebruikt om de negatieve gevolgen van de overgang op te vangen. Is de pensioenregeling ondergebracht bij een premiepensioeninstelling (PPI) of een verzekeraar, dan moet de werkgever de negatieve gevolgen van de overgang voor de werknemers compenseren.

Het nabestaandenpensioen bij overlijden na de pensioendatum verandert niet door de nieuwe wet. Wat wel verandert is het nabestaandenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Dat pensioen kan alleen op risicobasis worden verzekerd. Die verzekering geldt slechts zolang een werknemer deelnemer is aan de pensioenregeling. De uitkering bedraagt een percentage van het salaris of de pensioengrondslag.

Bij de behandeling van de Wet toekomst pensioenen heeft de Eerste Kamer zeven moties aangenomen. Het gaat om een motie over voortzetting en verruiming van de Regeling voor Vervroegde Uittreding, een motie over het dichten van een pensioenkloof, een motie om deelnemers aan een pensioenregeling te wijzen op de mogelijkheid om langer door te werken en een motie om pensioenen voor politici vorm te geven volgens de Wet toekomst pensioenen. Daarnaast zijn moties aangenomen over een regeling voor externe geschilbeslechting, over de dekking voor wezenpensioen en over de vrijwillige voortzetting van het partnerpensioen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetsvoorstel | 36.067 | 29-05-2023

Ontslagname werknemer niet te snel aannemen

Een werkgever mag er niet snel vanuit gaan dat een werknemer ontslag neemt. Uit vaste rechtspraak volgt dat een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, gericht op beëindiging van het dienstverband, vereist is. De werkgever moet zorgvuldig nagaan of de werknemer de aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst verbonden nadelige gevolgen werkelijk wenste.

Een werknemer verzocht de kantonrechter om vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst c.q. van het hem gegeven ontslag. De werknemer had in emotionele toestand, nadat hij niet voor de eerste keer werd geconfronteerd met het feit dat de werkgever wegens liquiditeitsproblemen de salarissen niet (volledig) betaalde, gezegd dat de werkgever hem dan maar moest ontslaan. De werkgever reageerde daarop onmiddellijk met een acceptatie van de opzegging. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever uit het WhatsAppbericht van de werknemer niet heeft kunnen afleiden dat de werknemer zijn arbeidsovereenkomst opzegde. De werkgever heeft niet voldaan aan de op hem rustende plicht om na te gaan of de werknemer de gestelde opzegging werkelijk wilde en de gevolgen daarvan overzag en begreep. De werknemer heeft de werkgever meerdere malen laten weten dat hij beschikbaar was voor werk.

De kantonrechter stelde vast dat aan het dienstverband geen einde is gekomen. De vordering van de werknemer om de werkgever te verplichten hem toe te laten tot het werk is toegewezen. De kantonrechter heeft het verzoek om betaling van loon slechts gedeeltelijk toegewezen. Volgens de kantonrechter heeft de werknemer zich aanvankelijk niet beschikbaar gehouden voor werk. Over die periode hoeft de werkgever het loon niet te betalen. Dat geldt ook voor de periode waarin de werknemer loon van een andere werkgever heeft ontvangen.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20233343, 10313254 AZ VERZ 23-7 (E) | 09-05-2023