Aanmelden stikstofdifferentiatie

Agrarische ondernemers, die de afgelopen drie jaar bovengemiddelde opbrengsten hadden met suikerbieten, fritesaardappelen, tarwe of gerst op klei, mogen onder voorwaarden extra stikstof gebruiken. De genoemde gewassen moeten zelf of via een gespecialiseerd sorteerbedrijf aan de verwerkende industrie geleverd worden. Zij maakt van de tarwe en gerst producten voor menselijke of dierlijke consumptie en van suikerbieten of fritesaardappelen producten voor menselijke consumptie. Een bovengemiddelde opbrengst betekent voor wintertarwe en -gerst een opbrengst van meer dan 9 ton, voor zomertarwe meer dan 8 ton, voor zomergerst meer dan 7 ton, voor suikerbieten meer dan 75 ton en voor aardappelen meer dan 50 ton, dit alles per hectare.

Aanmelding is mogelijk tot en met 15 mei. Alle relevante gegevens moeten minimaal vijf jaar bewaard worden.

Bron: Overig | publicatie | 02-02-2022

Openstelling fosfaatbank in 2022

De minister van LNV streeft er naar om de fosfaatbank dit jaar open te stellen, zodat grondgebonden (jonge) landbouwers die een ontheffing ontvangen, daarvan per 1 januari 2023 gebruik kunnen maken. De minister wil de fosfaatbank niet extra toespitsen op de biologische landbouw of bedrijven die op een andere manier extra inspanningen doen om te verduurzamen, waar in Kamermoties om was verzocht.

Vulling fosfaatbank en uitgifte rechten

De fosfaatbank wordt gevuld met de rechten die worden afgeroomd bij overdrachten. Om in aanmerking te komen voor rechten uit de fosfaatbank moet een melkveehouder een aanvraag doen en daarbij de door hem/haar gewenste rechten vermelden

Voorwaarden

In de Meststoffenwet en de staatssteunbeschikking behorende bij de invoering van het fosfaatrechtenstelsel zijn specifieke bepalingen opgenomen over de reikwijdte en de inzet van de fosfaatbank. De belangrijkste voorwaarden zijn;

  • De fosfaatbank dient ter bevordering van de grondgebondenheid. Niet grondgebonden bedrijven kunnen geen aanspraak maken op de fosfaatbank.
  • Uit de fosfaatbank worden geen fosfaatrechten verkregen, maar slechts niet verhandelbare rechten (ontheffingen) voor een maximale periode van vijf jaar.
  • Een vrijstelling of ontheffing wordt uitsluitend gegeven voor milieudoelstellingen die verder gaan dan die welke op grond van de voor de betrokken ondernemingen verplichte Unie-normen zouden zijn bereikt.
  • De ontheffingen worden toegekend via een loterijsysteem, waarbij de kansen voor toekenning voor jonge landbouwers worden verdubbeld.
  • De vanuit de fosfaatbank toegekende ontheffingen kunnen niet worden gebruikt om de productie te rechtvaardigen, die voorheen onder reguliere verhandelbare fosfaatrechten viel.

De fosfaatbank is volgens de minister geen instrument om knelgevallen tegemoet te komen. De fosfaatbank is een milieumaatregel ter bevordering van grondgebondenheid en het stimuleren van jonge landbouwers in Nederland.

Bron: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | publicatie | 02-02-2022

Aan- of verkoop VVO’s regelen voor 1 januari

Bedrijven met een fosfaatoverschot moeten, afhankelijk van de regio en behoudens enkele vrijstellingen, een deel van dit overschot laten verwerken. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid om de mestverwerkingsplicht over te dragen aan of over te nemen van een ander bedrijf door het sluiten van een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO). Deze overeenkomst dient uiterlijk 31 december 2021 gemeld te worden bij de RVO.nl. Beide partijen dienen daarvoor de overeenkomst middels eHerkenning te ondertekenen. Het is raadzaam om nu te bepalen of u aan de verwerkingsplicht heeft voldaan of dat er nog een VVO moet worden afgesloten.

Bij het maken van de berekening in hoeverre aan de verwerkingsplicht is voldaan, is het belangrijk goed te kijken of de geregistreerde verwerkte hoeveelheid fosfaat reëel en aannemelijk is. Met name bij de afvoer van de dikke fractie na mestscheiding komen in de praktijk nogal eens gehalten voor die niet realistisch zijn en tot bijstelling door RVO.nl leiden. Dat de hoge gehalten blijken uit een analyseverslag is zonder een aannemelijke verklaring niet relevant.

Er kan geen VVO worden afgesloten in het geval het ene bedrijf voor meer dan de helft dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, van kippen of kalkoenen produceert en het andere bedrijf voor meer dan de helft dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, van één of meer andere diersoorten produceert.

Bron: Overig | publicatie | 08-12-2021