Levering verhuurd pand

De levering van een nieuw vervaardigde onroerende zaak is van rechtswege belast met omzetbelasting en vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Als de verkrijger de nieuw vervaardigde zaak voor van omzetbelasting vrijgestelde prestaties gebruikt, kan hij de ter zake van de levering in rekening gebrachte omzetbelasting niet in aftrek brengen. In dat geval heeft de verkrijger er belang bij om de levering buiten de heffing van omzetbelasting te houden. De overgang van een algemeenheid van goederen is geen levering voor de omzetbelasting. Bij een overgang van een algemeenheid van goederen wordt een onderneming overgedragen aan een koper, die de activiteiten voortzet. Als de levering van een onroerende zaak als een overgang van een algemeenheid van goederen kan worden aangemerkt, is niet alleen geen omzetbelasting verschuldigd, maar ook geen overdrachtsbelasting.

De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) heeft in twee zaken een conclusie gewijd aan de vraag of de verkoop van een verhuurd pand door een projectontwikkelaar als de overgang van een algemeenheid van goederen kan worden aangemerkt. Volgens de AG is dit mogelijk.

De eerste zaak betreft een kantoorpand, dat is omgevormd tot een appartementencomplex. Het complex wordt ruim drie maanden na de ingang van de verhuur overgedragen aan een belegger. De tweede zaak betreft de overdracht van een woon(zorg)complex aan een beleggingsmaatschappij, kort na de ingang van de langdurige verhuur. In beide zaken is de koop kort na de oplevering van het gebouw tot stand gekomen. De verhuurovereenkomsten waren al eerder tot stand gekomen. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in beide zaken geoordeeld dat sprake is van een overgang van een algemeenheid van goederen. Redengevend hiervoor is dat met het verhuurde complex een zelfstandige economische activiteit kan worden uitgeoefend en ook daadwerkelijk is uitgeoefend. De koper heeft die activiteit voortgezet.

De AG is van mening dat de overige activiteiten van de overdrager niet van belang zijn bij de beoordeling of een zelfstandige economische activiteit wordt overgedragen. Het maakt daarbij niet uit wat de bedoeling van de verkoper is of wat de resultaten van de activiteiten zijn. In beide gevallen is sprake van een verhuuronderneming, die is overgedragen.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2024478, 22/02351 | 03-06-2024

Verstrekking op de zaak betrekking hebbend stuk via link naar website

De Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om rechten te heffen voor door of vanwege het gemeentebestuur te verstrekken diensten. Voorbeelden daarvan zijn de leges die worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning of voor de aanvraag van een paspoort. De tarieven moeten zodanig worden vastgesteld dat de geraamde opbrengsten van de rechten niet hoger zijn dan de geraamde lasten van de door de gemeente te verrichten diensten. Deze beperking wordt aangeduid als de opbrengstlimiet.

De belanghebbende in een procedure bestreed een aanslag leges met de stelling dat de opbrengstlimiet is overschreden. Volgens de belanghebbende had de gemeentelijke heffingsambtenaar niet mogen volstaan met het verstrekken van enkele delen uit de begroting. In plaats daarvan had de heffingsambtenaar de complete begroting bij de stukken van het geding moeten voegen. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar door het sturen van een link naar de website, waarop de begroting is te vinden, aan zijn verplichting heeft voldaan.

Op het beroep in cassatie oordeelt de Hoge Raad dat de begroting van de gemeente een stuk is dat van belang is voor het antwoord op de vraag of de opbrengstlimiet is overschreden. De begroting is een op de zaak betrekking hebbend stuk, dat de heffingsambtenaar aan de rechter dient te verstrekken. Het is echter niet nodig dat dit in papieren vorm wordt gedaan. Een geldige link naar een website is voldoende, tenzij het gebruik van internet redelijkerwijs niet van de wederpartij verlangd kan worden.

Het hof heeft geconstateerd dat de heffingsambtenaar niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan omdat hij de link naar de website waarop de gehele begroting is te vinden niet aan de rechter heeft verstrekt. Het hof heeft daar geen gevolgen aan verbonden, omdat de belanghebbende via die link wel heeft kunnen beschikken over de volledige tekst van de begroting. Dat oordeel geeft volgens de Hoge Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2024567, 22/00849 | 30-05-2024