Overeenkomst met België over vaste inrichting en thuiswerkende werknemers

Nederland en België hebben een overeenkomst gesloten over de uitleg van het begrip vaste inrichting bij thuiswerkende werknemers. De overeenkomst is bedoeld om werkgevers duidelijkheid te bieden over de elementen, die van belang zijn bij de beoordeling of het thuiswerken van werknemers in hun woonland tot een vaste inrichting van de werkgever leidt. Of al dan niet sprake is van een vaste inrichting hangt af van alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De overeenkomst beschrijft de gevolgen voor de volgende situaties:

  • incidenteel thuiswerken;
  • structureel thuiswerken met de mogelijkheid tot werken op locatie; en
  • structureel en verplicht thuiswerken.

Bij niet meer dan 50% thuiswerken in het woonland wordt de afwezigheid van een vaste inrichting door de autoriteiten verondersteld. Er is geen sprake van een vaste inrichting als een vaste bedrijfsinrichting uitsluitend wordt gebruikt voor werkzaamheden van voorbereidende aard of voor hulpwerkzaamheden.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatsblad 2023, Nr. 33856 | 07-12-2023

Beschikking fiscale eenheid

De betekenis van een beschikking fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is gelegen in de rechtszekerheid. Met de beschikking staat vast dat, en vanaf welk tijdstip, belastingplichtigen een fiscale eenheid vormen. Volgens de Hoge Raad ontstaat door een beschikking geen fiscale eenheid als niet aan de vereisten voor het bestaan daarvan is voldaan. Intrekking of herziening van de beschikking is in deze gevallen niet nodig om te voorkomen dat een fiscale eenheid ten onrechte ontstaat.

De Hoge Raad wijst op het wetsartikel op grond waarvan een fiscale eenheid van rechtswege eindigt als niet langer aan de bij of krachtens de wet gestelde vereisten voor het bestaan daarvan wordt voldaan. Ook daarvoor is niet vereist dat de beschikking door de inspecteur wordt ingetrokken of herzien.

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Den Bosch vernietigd. Het hof was van oordeel dat de rechtszekerheid verhindert dat de inspecteur terugkomt op een beschikking fiscale eenheid, tenzij de beschikking is gegeven op grond van opzettelijk of grofschuldig door belastingplichtigen verstrekte onjuiste of onvolledige informatie. Dat oordeel berust op een onjuiste rechtsopvatting.

De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De Hoge Raad merkt op dat een beschikking fiscale eenheid een als toezegging op te vatten expliciete uitlating is van de inspecteur. Een dergelijke toezegging wekt onder omstandigheden bij de betrokken belastingplichtigen het in rechte te beschermen vertrouwen dat zij een fiscale eenheid vormen. De inspecteur is aan de beschikking gebonden als deze omstandigheden zich voordoen.

De inspecteur is niet gebonden aan de beschikking als de belastingplichtige bij het verzoek onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt en hij redelijkerwijs had moeten weten dat de inspecteur daardoor niet in staat was het verzoek goed en volledig te beoordelen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20231675, 21/05174 | 30-11-2023

Subsidie nieuwe elektrische auto in 2024 naar € 2.950

De staatssecretaris van I en W heeft drie subsidieregelingen op het gebied van duurzame mobiliteit gewijzigd. Het betreft de Regeling specifieke uitkering Regionale Aanpak Laadinfrastructuur 2023-2030, de Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s (SEBA) en de subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (SEPP). 

In de Regeling specifieke uitkering Regionale Aanpak Laadinfrastructuur 2023-2030 zijn enkele onvolkomenheden aangepast.

Door de herziening van de Europese Algemene Groepsvrijstellingsverordening moet de SEBA worden aangepast om binnen de staatssteunkaders te blijven. De maximale subsidie voor grote ondernemingen is bepaald op 7% van de netto catalogusprijs. Voor middelgrote ondernemingen is dit 10% en voor kleine ondernemingen 12%. Op deze wijze wordt door de combinatie van SEBA en MIA de maximale steunintensiteit niet overschreden. Het subsidieplafond voor het jaar 2024 wordt naar verwachting in 2024 vastgesteld. Daarom is de aanvraagperiode voor 2024 nu verwijderd.

Vanwege de tegenvallende hoeveelheid aanvragen voor nieuwe elektrische voertuigen in 2023 gaat de geplande verlaging van het subsidiebedrag voor nieuwe elektrische personenauto’s in 2024 niet door. Dat betekent dat ook in 2024 een bedrag van € 2.950 aan subsidie kan worden verkregen bij de aanschaf van een nieuwe elektrische personenauto.

Bron: Ministerie I en W | besluit | IENW/BSK-2023/291502, Staatscourant 2023, Nr. 31831 | 29-11-2023