Aflossing Tozo-leningen

Per 1 oktober 2021 is de Tozo beëindigd. Aansluitend is het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 tijdelijk vereenvoudigd tot 1 april 2022. Ondernemers, die onder de Tozo een lening voor bedrijfskapitaal hebben opgenomen, hoeven pas op 1 juli 2022 te beginnen met terugbetalen. Tot die datum wordt geen rente berekend. Voor alle Tozo-leningen geldt dat de looptijd is verlengd van vijf naar zes jaar. De looptijd is de periode vanaf het moment van verstrekking van de lening tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald. Deze wijzigingen in de Tozo zijn in december 2021 aangekondigd en nu in de regelgeving verwerkt.

De regeling is op 26 februari 2022 in werking getreden en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatscourant 2022, Nr. 5559 | 24-02-2022

Geen recht op compensatie transitievergoeding volgens rechtbank

Bij de beëindiging van een dienstbetrekking op initiatief van de werkgever moet sinds 1 juli 2015 aan de werknemer een transitievergoeding worden betaald. Volgens een arrest van de Hoge Raad is de werkgever ook een transitievergoeding verschuldigd als een slapend dienstverband wordt beëindigd, ook al gebeurt dat op verzoek van de werknemer. Een dienstverband is slapend als de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is en het opzegverbod tijdens ziekte is vervallen. De werkgever heeft in die gevallen recht op compensatie van de transitievergoeding. De compensatie wordt betaald door het UWV.

Over het recht op compensatie in gevallen waarin de wachttijd van 104 weken bij arbeidsongeschiktheid voor 1 juli 2015 is verstreken, maar de arbeidsovereenkomst na die datum is beëindigd, wordt door de rechtbanken verschillend geoordeeld. Volgens de rechtbank Den Haag is in die gevallen aan de voorwaarden voor het recht op compensatie voldaan. De compensatie kan niet hoger zijn dan de betaalde transitievergoeding en bedraagt niet meer dan het bedrag aan transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de reguliere termijn van het opzegverbod wegens ziekte. Anders dan het UWV stelt, heeft volgens de rechtbank het feit dat het reguliere opzegverbod wegens ziekte is geëindigd voor 1 juli 2015 niet tot gevolg dat de werkgever geen recht heeft op compensatie.

De rechtbank Overijssel is een andere opvatting toegedaan. De rechtbank acht niet aannemelijk dat de wetgever ook bij de beëindiging van reeds lang slapende dienstverbanden de compensatieregeling heeft willen toepassen. Dat volgt volgens de rechtbank uit de beperking van de terugwerkende kracht van het recht op compensatie tot 1 juli 2015. De rechtbank meent dat uit het Xella-arrest van de Hoge Raad volgt, dat een werkgever in beginsel alleen gehouden is een slapend dienstverband te beëindigen als hij aanspraak kan maken op compensatie van de transitievergoeding. In de door de rechtbank beoordeelde situaties was dat niet het geval.

Bron: Rechtbank Overijssel | jurisprudentie | ECLINLRBOVE2022428, AWB 21/489 en 21/490 | 10-02-2022

Equivalente maatregel akkerbouw

Bedrijven met akkerbouw kunnen zich tot en met 1 juni bij RVO.nl aanmelden voor het toepassen van de equivalente maatregel ‘hogere opbrengsten’. Dit houdt in dat extra stikstofbemesting wordt toegestaan bij de teelt van suikerbieten, zaaiuien, maïs, wintertarwe, zomertarwe, wintergerst, zomergerst, bloemkool, broccoli, prei, slasoorten (1e teelt), andijvie (1e teelt), winterpeen/waspeen en bepaalde consumptie- en pootaardappelsoorten. Voorwaarde is dat in de afgelopen drie jaar bovengemiddelde gewasopbrengsten gerealiseerd zijn.

Er gelden onder meer de volgende voorwaarden:

  • Er mag niet meer dan 75 kg stikstof per hectare per jaar gebruikt worden uit drijfmest op zandgrond in Limburg of Noord-Brabant en op lössgronden. Op zandgrond in andere provincies, kleigrond en veengrond is dit maximaal 100 kg.
  • Het gewas mag na 1 juli niet meer bemest worden met drijfmest. Voor extra bemesting mag alleen stikstofkunstmest gebruikt worden.
  • De gewasopbrengst moet rechtstreeks geleverd worden aan afnemers. Gewasopbrengsten die op het eigen bedrijf gebruikt worden of niet rechtstreeks worden geleverd aan afnemers, tellen niet mee.
  • Men moet meewerken aan de monitoring van de milieueffecten.
  • Uit een samenstellingsverklaring van een accountant moet blijken dat de geleverde gewasopbrengst overeenkomt met het schriftelijke bewijs van de landbouwer.
  • Alle gegevens, zoals schriftelijk bewijs en een samenstellingsverklaring, moeten vijf jaar bewaard worden.

De equivalente maatregel mag gecombineerd worden met stikstofdifferentiatie, mits het niet om hetzelfde gewas gaat. Gezien de beperkingen in het gebruik van drijfmest, de hoge kunstmestprijs en de benodigde samenstellingsverklaring is het echter de vraag of deelname aan deze maatregel aantrekkelijk is.

Bron: Overig | publicatie | 23-02-2022