Diverse uitkeringsbedragen per 1 juli 2022

In verband met de verhoging van het minimumloon per 1 juli 2022 worden diverse uitkeringsbedragen per die datum aangepast. Het betreft onder meer uitkeringen op grond van de AOW, Anw, Wajong, WW, WIA en ZW. Deze uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. 

AOW

  Gehuwden/samenwonenden  Alleenstaanden 
Per maand € 887,77 € 1.308,56
Vakantie-uitkering € 49,51  € 69,30
Totaal € 937,28 € 1.377,86

Deze bedragen zijn exclusief de inkomensondersteuning AOW van € 26,38 bruto per maand.

WW, WIA, WAO, ZW en maximumdagloon 

Per 1 juli 2022 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 1,81%. Per die datum wordt het maximumdagloon verhoogd van € 228,76 naar € 232,90 bruto.

Anw

  Alleenstaanden Verzorgingsuitkering Wezenuitkering tot 10 jaar Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar
Per maand € 1.280,83  € 804,64 € 409,87 € 614,80 € 819,73
Vakantie-uitkering € 85,93 € 61,38 € 27,50 € 41,25 € 55,00
Totaal € 1.366,76 € 866,02 € 437,37 € 656,05 € 874,73

Deze bedragen zijn exclusief de tegemoetkoming Anw van € 17,90 bruto per maand.

Kinderbijslag

Ook de bedragen van de kinderbijslag gaan omhoog. Per 1 juli 2022 zijn de bedragen als volgt:

Leeftijd kind Bedrag
0 t/m 5 jaar € 249,31
6 t/m 11 jaar € 302,74
12 t/m 17 jaar € 356,16
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 14-06-2022

Aansprakelijkheid bestuurder voor belastingen en bijkomende kosten

De Invorderingswet regelt de aansprakelijkheid van een bestuurder van een vennootschap voor belastingschulden van de vennootschap, die materieel zijn ontstaan voor of tijdens de periode waarin de betrokkene bestuurder is of was. De aansprakelijkheid voor deze belastingschulden eindigt niet als de betrokkene geen bestuurder meer is of als de vennootschap wordt ontbonden. Dat geldt ook indien de voormalige bestuurder na de ontbinding wordt belast met de vereffening van het vermogen van de vennootschap. In dat geval kan hij onder voorwaarden aansprakelijk zijn voor alle (andere) rijksbelastingen die de vennootschap verschuldigd is of na ontbinding wordt. Deze mogelijkheid verhindert een aansprakelijkstelling op grond van zijn bestuurderschap niet.

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Den Haag over de aansprakelijkheid van een gewezen bestuurder van een vof vernietigd. Het hof heeft in zijn uitspraak geen afzonderlijke overwegingen gewijd aan de aansprakelijkheid van de bestuurder voor de bijkomende bedragen. Het heeft daarmee blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting of zijn uitspraak niet naar behoren gemotiveerd.

De Hoge Raad merkt op dat voor een belastingschuld geldt dat een bestuurder niet aansprakelijk is voor zover hij bewijst dat het niet aan hem is te wijten dat de belasting niet is voldaan. Ten aanzien van de bijkomende bedragen dient de ontvanger te stellen en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen dat het verschuldigd worden van die bedragen aan de aansprakelijke bestuurder is te wijten. Hof Amsterdam dient de zaak nu verder te behandelen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2022766, 20/01702 | 26-05-2022

Wijziging pachtnormen per 1 juli 2022

Jaarlijks worden de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland, agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. Onlangs zijn de pachtprijzen gepubliceerd, welke op 1 juli 2022 van kracht worden.

Los bouw- en grasland

De nieuwe pachtnormen 2022 voor los bouw- en grasland zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van grote en middelgrote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2016 tot en met 2020, de pachtnormen 2021 op basis van de jaren 2015 tot en met 2019. 

Voor de akkerbouw was het jaar 2015 landelijk gezien een jaar met een bovengemiddeld inkomen. In de berekende grondbeloning zijn de uitkomsten van 2015 vervangen door die van 2020, waarin de akkerbouw gemiddeld een lager inkomen boekte. Maar achter deze gemiddelden gaan regionale verschillen schuil die onder meer samenhangen met productieomstandigheden, bouwplan, bedrijfsgroottestructuur en marktomstandigheden. In de melkveehouderij werd in 2020 gemiddeld een iets hoger inkomen geboekt. Ook in de melkveehouderij zijn er regionale verschillen in hoogte en ontwikkeling van het inkomen, maar minder uitgesproken dan in de akkerbouw. De pachtnormen 2022 zijn in acht van de veertien pachtprijsgebieden lager dan de pachtnormen 2021. De daling is het grootst voor het Zuidwestelijk akkerbouwgebied (23%). In zes pachtprijsgebieden zijn de pachtnormen 2022 hoger dan die van 2021. De stijging is het grootst in het Centraal veehouderijgebied (17%) en het Hollands/Utrechts weidegebied (12%).

Los tuinland

De regionorm voor los tuinland in Westelijk Holland stijgt met 13% naar € 5.094 per hectare. In de rest van Nederland stijgt de norm met 19% naar € 3.598 per hectare. 

Agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten worden verhoogd met 2,79%, gelijk aan de gemiddelde bouwkostenindex over de periode 2017-2021.

Agrarische woningen

De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van vóór 1 september 2007 stijgt met het percentage volgens het huurprijsbeleid woonruimte. De maximale pachtverhoging per 1 juli 2022 bedraagt 2,3% (inflatie van 1 december 2020 tot 1 december 2021).

Aanpassing pachtprijzen

De regionormen en veranderpercentages zijn van toepassing op reguliere pacht, geliberaliseerde pacht langer dan zes jaar en andere pachtvormen waarvoor pachtprijsbescherming geldt. De verpachter kan de nieuwe pachtprijs met ingang van het eerstvolgende pachtjaar na 1 juli in rekening brengen.

Bron: Overig | overig | 14-06-2022