Plannen staatssecretaris van Financiën

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer zijn plannen voor deze kabinetsperiode geschetst. De brief bevat ook een planning van fiscale wetsvoorstellen. Daaraan ontlenen wij het volgende.

In het Belastingplan 2023 worden regelingen opgenomen als het afbouwen van de vrijstelling van bpm voor bestelauto’s van ondernemers, het verbeteren van de bedrijfsopvolgingsregeling en het afschaffen van de middelingsregeling en het verlagen van de zelfstandigenaftrek. Het Belastingplan 2023 zal verder veranderingen omvatten voor het belasten van verhuurd vastgoed in box 3, een verhoging van het heffingvrije vermogen in box 3, de afschaffing van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning en een verhoging van het algemene tarief van de overdrachtsbelasting van 8 naar 9%.

De huidige inkomensafhankelijke combinatiekorting zal worden uitgefaseerd. Dat zal worden opgenomen in het Belastingplan 2023 of 2024 of in de Fiscale verzamelwet 2024. Een verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding is te verwachten in het Belastingplan 2024 of de Fiscale verzamelwet 2024.

De aangekondigde verhoging van het maximumbedrag in het wetsvoorstel excessief lenen van de eigen bv van € 500.000 naar € 700.000 wordt verwerkt in een nota van wijziging op het reeds ingediende wetsvoorstel.
De omvorming van het stelsel van belastingheffing in box 3 naar een heffing op basis van het werkelijk behaalde rendement zal in een afzonderlijk wetsvoorstel worden gegoten.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000047564 | 15-02-2022

Subsidieregeling STAP-budget

Met ingang van 1 maart 2022 is de subsidieregeling STAP-budget van kracht. De subsidieregeling vervangt de inmiddels vervallen aftrek voor scholing in de inkomstenbelasting. Op grond van deze regeling kan iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt jaarlijks subsidie aanvragen voor het volgen van scholing.

Het STAP-budget geldt voor iedereen, die op het moment van de aanvraag:

  • ten minste 18 jaar oud is, maar de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt;
  • (familielid van een) burger is van de EU; en
  • in de periode van twee jaar en drie maanden tot drie maanden voorafgaand aan de aanvraag ten minste zes maanden verzekerd is voor de volksverzekeringen.

De scholingsactiviteiten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Het gaat om:

  • scholing, die wordt aangeboden door opleiders die erkend zijn door het ministerie van OCW;
  • branche- en sectorerkende opleidingen en trainingen;
  • opleidingen en trainingen, die worden gegeven door opleiders met een NRTO-keurmerk;
  • scholing die leidt tot een door het Nederlands Kwalificatieraamwerk NLQF ingeschaalde kwalificatie of diploma dat is opgenomen in het NLQF-register.

Er komt een scholingsregister, waarin alle scholingsactiviteiten zijn opgenomen waarvoor STAP kan worden aangevraagd. De subsidie is gelijk aan de kosten van de scholing met een maximum van € 1.000 per jaar. Er kan per jaar voor één scholingsactiviteit STAP-budget worden aangevraagd. Vergoedingen van derden, bijvoorbeeld van de werkgever, verminderen het bedrag dat voor subsidie in aanmerking komt. Het STAP-budget wordt bij het UWV aangevraagd door de deelnemer. Het UWV betaalt de factuur direct aan de opleider.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 22-02-2022

Niet gebonden aan beschikking fiscale eenheid

Ondernemers voor de omzetbelasting, die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht onderling zijn verweven vormen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Voor de beoordeling van de mate van verwevenheid moeten de banden van financiële, organisatorische en economische aard in onderlinge samenhang worden beoordeeld. Waar het om gaat is dat de betrokken ondernemers ondanks hun juridische zelfstandigheid zodanige banden hebben dat zij als één ondernemer een zelfstandige economische activiteit uitoefenen. Een verhouding van ondergeschiktheid is voor het bestaan van een fiscale eenheid niet vereist.

De Belastingdienst kan uit eigen beweging of op verzoek van de betrokkenen een beschikking fiscale eenheid afgeven. De betekenis van deze beschikking is beperkt tot de rechtszekerheid in die zin dat belastingplichtigen zonder een dergelijke beschikking niet tegen hun wil kunnen worden behandeld als fiscale eenheid voor een periode gelegen vóór het moment waarop de inspecteur zijn standpunt ter zake bekend heeft gemaakt. Een beschikking fiscale eenheid is voor het bestaan van een fiscale eenheid niet vereist. De beschikking doet geen fiscale eenheid ontstaan in gevallen waarin niet aan de materiële voorwaarden voor het bestaan daarvan is voldaan.

Wel wekt de beschikking onder omstandigheden bij de betrokkenen het in rechte te beschermen vertrouwen dat zij gezamenlijk een fiscale eenheid vormen en daarom onderling geen omzetbelasting in rekening hoeven te brengen. De beschikking fiscale eenheid is een als toezegging op te vatten expliciete uitlating van de inspecteur. Om zich met succes te kunnen beroepen op daarmee door de inspecteur gewekt vertrouwen is vereist dat de inspecteur de toezegging heeft gedaan na kennisneming van alle daartoe benodigde feiten en omstandigheden. De belastingplichtige, die de inspecteur vraagt om een beschikking fiscale eenheid, dient ervoor te zorgen dat de inspecteur alle informatie verkrijgt waarover die belastingplichtige de beschikking heeft en die nodig is om deze kwestie op haar fiscale merites te kunnen beoordelen. De inspecteur dient bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren.

De inspecteur is niet gebonden aan een beschikking fiscale eenheid als de belastingplichtige bij het verzoek om die beschikking onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt of de inspecteur de juiste en volledige inlichtingen heeft onthouden. In dat geval kan de belastingplichtige niet met succes een beroep doen op de rechtszekerheid van de afgegeven beschikking.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2022269, 19/03185 | 17-02-2022