Besluit over btw-heffing en toepassing KOR bij zonnepanelen

De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuwe versie van het besluit over de btw-heffing en de toepassing van de KOR bij zonnepanelen gepubliceerd. De vorige versie van dit besluit dateert van december 2020. Het besluit bevat een goedkeuring voor particuliere zonnepaneelhouders die de kleine-ondernemersregeling (KOR) willen toepassen. De goedkeuring houdt in dat de KOR met ingang van 1 januari volgend op het jaar van aanschaf kan worden toegepast, ook als de aanmelding voor de regeling plaatsvindt in de laatste vier weken van het kalenderjaar van aanschaf.

Particuliere zonnepaneelhouders melden zich bij de Belastingdienst aan als ondernemer met behulp van het formulier Opgaaf Zonnepaneelhouders. Op dat formulier kan worden aangegeven of de zonnepaneelhouder de KOR wil toepassen. Het formulier moet uiterlijk op 31 december van het jaar van aanschaf bij de Belastingdienst zijn ingediend.

In juli 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de reikwijdte van de aftrek van omzetbelasting voor exploitanten van zonnepanelen. De gevolgen van dit arrest zijn verwerkt in het besluit. Op grond van het arrest bestaat geen recht op aftrek van de omzetbelasting die drukt op uitgaven, die niet gerelateerd zijn aan de levering van stroom aan het energiebedrijf.

Het besluit is op 30 november 2021 in werking getreden.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | nr. 2021-19540, Staatscourant 2021, Nr. 47567 | 28-11-2021

Gehalten dikke fractie na mestscheiding niet aannemelijk

Na een NVWA-controle legde RVO.nl mestboetes met een totaalbedrag van bijna € 44.000 op aan een melkveehouder. De boetes hadden betrekking op overschrijding van gebruiksnormen, het niet voldoen aan de eigen mestverwerkingsplicht en de mestverwerkingsplicht in het kader van de Verantwoorde Groei Melkveehouderij, het niet naar waarheid bijhouden van een inzichtelijke administratie en het niet naar waarheid verstrekken van de gevraagde gegevens in het jaar 2016. De opgelegde boetes waren met name terug te voeren op de afvoer van één vracht dikke fractie na mestscheiding (mestcode 13) op 15 december 2016. RVO.nl betwistte niet dat op die dag mest was afgevoerd, maar had deze vracht buiten beschouwing gelaten omdat sprake zou zijn van onaannemelijk hoge stikstof- en fosfaatgehaltes en een onaannemelijk hoog percentage droge stof. Er zou 36 ton dikke fractie zijn afgevoerd met 15,5 kg fosfaat per ton en 33,61 kg stikstof per ton. Ter vergelijking: forfaitair bevat deze dikke fractie 9,8 kg fosfaat en 16,9 kg stikstof per ton.

De rechtbank oordeelde dat RVO.nl terecht heeft gesteld dat de fosfaat- en stikstofgehaltes, die de afgevoerde dikke fractie zou bevatten, niet konden passen bij de gehalten van de rundveedrijfmest, die de mestscheider was ingegaan. Ook werd het de melkveehouder aangerekend dat hij niet beschikte over een sluitende administratie betreffende de mestscheiding. Daardoor kon de (on)juistheid van de gehaltes van de afgevoerde mest niet worden geverifieerd. De melkveehouder slaagde er niet in te bewijzen dat de hoge gehalten waren ontstaan door nadroging van de mest, zoals hij stelde. Wel mocht RVO.nl de betwistte vracht niet geheel schrappen. Zij had moeten vaststellen wat de werkelijke situatie was, zeker nu zij niet betwistte, dat op die dag een vracht mest was afgevoerd. De melkveehouder had terecht gesteld dat het uiterst onaannemelijk was dat deze dikke fractie helemaal geen fosfaat of stikstof bevatte. De rechtbank droeg RVO.nl op hierover een standpunt in te nemen en hield iedere verdere beslissing aan.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | 08-12-2021

Aan- of verkoop VVO’s regelen voor 1 januari

Bedrijven met een fosfaatoverschot moeten, afhankelijk van de regio en behoudens enkele vrijstellingen, een deel van dit overschot laten verwerken. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid om de mestverwerkingsplicht over te dragen aan of over te nemen van een ander bedrijf door het sluiten van een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO). Deze overeenkomst dient uiterlijk 31 december 2021 gemeld te worden bij de RVO.nl. Beide partijen dienen daarvoor de overeenkomst middels eHerkenning te ondertekenen. Het is raadzaam om nu te bepalen of u aan de verwerkingsplicht heeft voldaan of dat er nog een VVO moet worden afgesloten.

Bij het maken van de berekening in hoeverre aan de verwerkingsplicht is voldaan, is het belangrijk goed te kijken of de geregistreerde verwerkte hoeveelheid fosfaat reëel en aannemelijk is. Met name bij de afvoer van de dikke fractie na mestscheiding komen in de praktijk nogal eens gehalten voor die niet realistisch zijn en tot bijstelling door RVO.nl leiden. Dat de hoge gehalten blijken uit een analyseverslag is zonder een aannemelijke verklaring niet relevant.

Er kan geen VVO worden afgesloten in het geval het ene bedrijf voor meer dan de helft dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, van kippen of kalkoenen produceert en het andere bedrijf voor meer dan de helft dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, van één of meer andere diersoorten produceert.

Bron: Overig | publicatie | 08-12-2021