Recht op basisbetaalrekening bij Nederlandse bank

Een wetsvoorstel beoogt mogelijk te maken dat alle Nederlanders, ongeacht waar zij wonen, recht hebben op een basisbetaalrekening bij een Nederlandse bank. Het wetsvoorstel is vooral van belang voor Nederlanders die buiten de EU wonen. De afgelopen jaren hebben Nederlandse banken steeds vaker de betaalrekeningen van deze groep Nederlanders opgezegd. De Wet op het financieel toezicht (Wft) bepaalt nu dat banken consumenten, die rechtmatig in de EU verblijven, in staat moeten stellen een basisbetaalrekening aan te vragen en te gebruiken. De Wwft biedt banken een aantal gronden om mensen een basisbetaalrekening te weigeren. De bestaande weigerings- en eenzijdige opzeggingsgronden blijven in stand. Daar wordt aan toegevoegd dat een bank geen bankrekening hoeft aan te bieden aan een consument die woont in een land waar een vestigingsvereiste voor banken geldt en de bank in dat landgeen vestiging heeft.

Bron: Overig | wetsvoorstel | 04-03-2021

Europese Commissie keurt verruimingen TVL goed

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) bevat een vergoeding voor de vaste lasten van een bedrijf. Deze vergoeding bedraagt een percentage van de per sector forfaitair bepaalde vaste lasten. De vergoeding is voor het eerste kwartaal van 2021 verhoogd van 50-70% naar 85% bij een omzetverlies vanaf 30%. De maximale vergoeding per kwartaal is verhoogd van € 90.000 naar € 550.000. De grens van maximaal 250 medewerkers geldt met ingang van het eerste kwartaal van 2021 niet langer. De maximale vergoeding voor grote bedrijven bedraagt € 600.000 per kwartaal.

Kleine bedrijven

Het minimumbedrag aan subsidie voor kleine bedrijven is verhoogd van € 750 naar € 1.500. De drempel voor de TVL van minimaal € 3.000 aan vaste lasten in een kwartaal is verlaagd naar € 1.500.

Opslag voorraad gesloten detailhandel

De voorraadsubsidie voor de gesloten detailhandel geldt ook in het eerste kwartaal van 2021. De subsidie bestaat uit een opslag van 21% op de TVL. In het vierde kwartaal van 2020 was de opslag 5,6%. De voorraadsubsidie is afhankelijk van het omzetverlies. Voor de voorraadsubsidie hoeven ondernemers geen aparte aanvraag in te dienen. De opslag kent een maximum van € 300.000.

Starters

Voor ondernemers, die zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 30 juni 2020, komt een op de TVL gebaseerde regeling. Als referentieperiode voor deze bedrijven geldt het derde kwartaal van 2020. De regeling zal gelden voor het eerste halfjaar van 2021. Ondernemers, die zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 15 maart 2020, komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking. Om overlap te beperken is het kabinet van plan deze ondernemers in het tweede kwartaal enkel voor de nieuwe startersregeling in aanmerking te laten komen. Het kabinet hoopt het loket voor de startersregeling in april of mei 2021 te kunnen openen.

Gelijktrekken subsidiegrens TVL voor land- en tuinbouw

Middelgrote bedrijven in de land- en tuinbouw kunnen geen gebruik maken van de verhoging van de subsidiegrens voor de TVL. Dit komt door de bepalingen van het Europees steunkader waaronder de TVL is aangevraagd. Er komt een regeling onder een ander staatssteunkader, die vergelijkbaar zal zijn met de verruimde TVL. Het kabinet streeft ernaar het loket voor deze regeling in april of mei van dit jaar te openen, met terugwerkende kracht voor het eerste kwartaal.

Regeling specifieke kosten land- en tuinbouw

In de land- en tuinbouw is veelal sprake van doorlopende kosten voor het in leven houden van planten en dieren. Voor de landbouwsectoren met SBI-code 1.1 tot en met 1.5 geldt in verband met deze kosten een opslag van 21%-punt op de TVL.
Voor de land- en tuinbouwsector geldt dat de TVL-subsidie gemaximeerd is op € 225.000. Het kabinet werkt aan een aparte regeling voor grote land- en tuinbouwbedrijven waarbij dezelfde plafonds worden gehanteerd als voor de reguliere TVL, dus € 550.000 voor het mkb en € 600.000 voor grotere bedrijven. Het is de bedoeling om deze regeling in april of mei te openen met terugwerkende kracht voor het eerste kwartaal.

Goedkeuring

De wijzigingen in de TVL zijn inmiddels goedgekeurd door de Europese Commissie en worden nu in de regeling verwerkt. Een eventuele extra tegemoetkoming zal door RVO.nl worden uitgekeerd.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | 15-03-2021

Wie kan opzettelijk een onjuiste aangifte doen?

De Algemene wet inzake rijksbelastingen bevat een aantal strafbepalingen. Een daarvan betreft het opzettelijk doen van een onjuiste of onvolledige belastingaangifte. Als dat tot gevolg heeft dat te weinig belasting wordt geheven, staat daarop een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete.

Volgens de Hoge Raad kan alleen de persoon die aangifte moet doen pleger zijn van het onjuist of onvolledig doen van aangifte. De verplichting om aangifte te doen rust op iedereen die daartoe is uitgenodigd. Iemand, die namens een ander aangifte doet, kan niet worden aangemerkt als pleger van dit strafbare feit. De Hoge Raad heeft een andersluidende uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd. Het hof had een eigenaar van een administratie- en advieskantoor, die voor klanten onjuiste aangiften had gedaan, aangemerkt als de pleger van het strafbare feit van het bewust doen van onjuiste aangiften. Hof Amsterdam moet zich nu nogmaals over deze zaak buigen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2021261 | 01-03-2021